Dekker informeert Tweede Kamer over voortgang maatregelen forensische zorg
Dit voorjaar zijn er naar aanleiding van de kritische onderzoeken naar het detentieverloop van Michael P. verschillende maatregelen genomen in de forensische zorg. Daarnaast heeft minister Dekker (Rechtsbescherming) in juni aangekondigd een Programma Forensische Zorg in te richten. Recent informeerde de minister de Tweede Kamer over de voortgang van deze maatregelen en het programma Forensische Zorg.
Frank van Summeren, adviseur veiligheid bij RONT Management Consultants en docent op de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden.
Forensische zorg
Dekker: “Forensische zorg levert een belangrijke bijdrage aan een veilig Nederland. De kans dat een gedetineerde met een stoornis na zijn straf weer de fout in gaat, is mét behandeling kleiner, dan zónder behandeling. Maar het kan op onderdelen beter. We hebben inmiddels flinke stappen gezet door bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling en risico-inschatting te verbeteren. Met het Programma Forensische Zorg leggen we samen met de sector een nieuw fundament onder het stelsel.”
Programma Forensische Zorg
Om direct en gestructureerd aan de slag te kunnen met de belangrijkste uitdagingen binnen de sector is het Programma Forensische Zorg gestart. Dit Programma gaat o.a. aan de slag met de verdere implementatie van de verbetermaatregelen. Daarnaast moderniseert het Programma samen met de sector en de samenleving de visie op de forensische zorg. Hierbij wordt opnieuw gekeken naar de balans tussen veiligheid en zorg. Ook ontwikkelt het Programma kwaliteitsnormen om de kwaliteit van de forensische zorg een verdere impuls te geven. Veiligheid krijgt hierbij een belangrijke rol. Verder gaat het Programma aan de slag om de regie in de keten te versterken, waarbij rollen en taken nog duidelijker worden voor alle betrokken partijen.
Informatie-uitwisseling
Informatie-uitwisseling was een van de grootste knelpunten binnen de sector. Dit is verbeterd. Sinds 1 januari 2019 is het mogelijk om ook zonder toestemming van de gedetineerde gegevens uit het penitentiaire dossier te delen met de instelling voor forensische zorg waar een gedetineerde wordt geplaatst. Met het Besluit forensische zorg is sinds eind juni meer informatiedeling verplicht. Om dit ook in de praktijk te realiseren is samen met DJI, GGZ Nederland, reclasseringsorganisaties en andere ketenpartners vanuit het Programma Forensische Zorg het project ‘informatie-uitwisseling’ gestart. Zodat er geen misverstanden meer bestaan over de verplichting tot het delen van informatie.
Delictanalyse en risicotaxatie
Verder bleek er te weinig zicht op de risico’s die gepaard gingen met uitplaatsing naar een forensische kliniek en de vrijheden die in dat kader werden toegekend. In mei liet Dekker al weten dat sinds eind maart veroordeelden van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven daarom niet meer worden uitgeplaatst zonder dat daar een delictanalyse en risicotaxatie aan vooraf is gegaan. Dat ligt nu ook vast in regelgeving. Op dit moment worden psychologen die werkzaam zijn in de penitentiaire inrichtingen bijgeschoold om delictanalyses en risicotaxaties af te nemen. Eind dit jaar moet dit zijn afgerond. Vanwege het ontbreken van de benodigde deskundigheid voor risicotaxatie en delictanalyse kwamen er tijdelijk geen gedetineerden uit de doelgroep ernstig geweld en zeden meer in aanmerking voor uitplaatsing. Dit is nu opgelost, onder andere door externe krachten in te huren.
Voorkomen van recidive
Forensische zorg moet bijdragen aan een veilige en delict vrije terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving. Om de samenleving te beschermen tegen maatschappelijke overlast en criminaliteit, moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat zij na hun straf in herhaling vallen. Dit betekent dat ex-gedetineerden zich vanaf het begin van hun vrijheidsbeneming actief dienen voor te bereiden op hun terugkeer in de samenleving opdat recidive kan worden voorkomen. De gezamenlijke maatschappelijke opgave van DJI, GGZ Nederland en reclasseringsorganisaties is om samen te werken aan een succesvolle re-integratie van ex-gedetineerden om hen optimaal voor te bereiden op een terugkeer naar de maatschappij door vroegtijdig en waar nodig en mogelijk de inzet te bundelen en andere ketenpartners vanuit het Programma Forensische Zorg hierbij te betrekken. Bij aanvang van de vrijheidsneming wordt samen met de ex-gedetineerden en de betrokken ketenpartners een persoonsgericht re-integratieplan opgesteld waarin concrete gedragsdoelen en afspraken over onder meer werk, huisvesting en schuldsanering. Zo is voor alle netwerkpartners duidelijk wat de ex-gedetineerde te doen staat en welke begeleiding daarbij nodig is, rekening houdend met zijn of haar specifieke mogelijkheden en beperkingen.
Procesregie
Om ketenpartners succesvol te laten samenwerken en fouten in het proces te voorkomen is regie onontbeerlijk. Procesregie is het organiseren van de samenwerking tussen alle ketenpartners en het onderhouden van het netwerk. Doel is om te komen tot een plan van aanpak waarin alle interventies op elkaar worden afgestemd. De procesregisseur is voorzitter van het gezamenlijk overleg waarin de waarin de voortgang van de casuïstiek wordt besproken en desgewenst wordt bijgestuurd (indien nodig en mogelijk).
Bij sommige cliënten is er meervoudige problematiek. Dan is het zaak op te schalen naar een lokaal team dat in staat is de procesregie te voeren. Of naar regionale voorzieningen, zoals het veiligheidshuis, OGGZ netwerken. Deze teams kunnen zorgen dat de juiste mensen aan tafel komen en dat er een gezamenlijk plan wordt gemaakt. Deze teams hebben ook een rol in de voortgangsbewaking.
Meer weten?
- Op de opleiding Inzicht in de Criminologie leer je wat de verschijningsvormen, oorzaken en gevolgen zijn van criminaliteit en hoe je deze waar mogelijk voorkomt en waar nodig aanpakt.
- Op de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden leer hoe je komt tot een sluitende aanpak van ex-gedetineerden in jouw gemeente.